Hof van Twente – Sinds enige tijd speelt de discussie rond de aanleg van de Noordtak van de Betuwelijn weer op. Hoewel het nieuwe kabinet geen middelen heeft gereserveerd om de lijn aan te leggen, is het toch tijd dat we ons laten horen. Natuurorganisatie De Groene Waaier roept de Twentse politiek daar terecht toe op. De Twentse D66 afdelingen, waaronder die in Hof van Twente, zien niets in de aanleg van de Noordtak of in één van de voorgestelde alternatieven. Het kabinet moet zich richting op het oplossen van de bestaande knelpunten, in plaats van het vergroten van de overlast.Ongebreideld groeien
We leven in een tijd waarin circulariteit steeds belangrijker wordt. Ook zijn tijdens de Corona-pandemie de nadelen van de productie van zo veel goederen in Azië zeer duidelijk geworden. De eerste vraag die we dan ook moeten beantwoorden is of de groei van het goederenvervoer wel ongebreideld gefaciliteerd moet worden, in plaats van hoe. D66 ziet de noodzaak tot het faciliteren van verdere groei niet.
Drie varianten
Er liggen drie varianten op tafel. De eerste route (de IJsselijn) loopt over bestaand spoor, via Deventer. De tweede optie is uitbreiding van de route Zutphen – Goor – Hengelo (de Twentekanaallijn), die ook door Delden loopt. De derde, de Noordtak, is een nieuwe spoorverbinding, parallel aan de A18/N18, die vanaf Haaksbergen tussen Hengelo en Enschede doorsteekt, om daar aan te sluiten op bestaand spoor richting Osnabruck. Al deze drie varianten zijn een aanslag op de leefbaarheid in onze dorpen en steden. Daar komt met name bij de Noordtak nog de grootschalige aantasting van het buitengebied bij. De (economische) voordelen zijn vooralsnog onduidelijk.
Bestaande knelpunten
Geen van de drie voorgestelde varianten lost de al bestaande knelpunten op. Zo blijven de vijf gelijkvloerse spoorkruisingen in Borne een barrière, blijft de geluidsoverlast in Almelo en Hengelo en rijden de treinen met chemische stoffen in alle varianten door het hart van Oldenzaal, Goor en Delden.
Realistisch alternatief
Naast al deze bezwaren, wordt de inpassing van de Noordtak in het Twentse deel ook nog eens veel te rooskleurig voorgesteld. Zo is het huidige tracé tussen Haaksbergen en het Twentekanaal over meerdere zoutcavernes ingetekend, waarvan nog niet bekend zijn hoe stabiel ze zijn. Als inpassing daar al mogelijk is, zal dit veel kostbaarder zijn dan de nu voorgeschotelde 1,4 miljard. En dat terwijl een realistisch alternatief voor het oprapen ligt: vaar met de goederen voor Noord Duitsland door naar de haven van Hamburg. Dan kunnen we met Den Haag gaan werken aan oplossingen voor de knelpunten die we nu al hebben en kunnen we kijken in hoeverre extra capaciteit op het spoor echt nog nodig is.
Geen van de drie voorgestelde varianten lost de al bestaande knelpunten op. Zo blijven de vijf gelijkvloerse spoorkruisingen in Borne een barrière, blijft de geluidsoverlast in Almelo en Hengelo en rijden de treinen met chemische stoffen in alle varianten door het hart van Oldenzaal, Goor en Delden.
Naast al deze bezwaren, wordt de inpassing van de Noordtak in het Twentse deel ook nog eens veel te rooskleurig voorgesteld.